Kan ik ziek worden van mijn kat?

Kan ik ziek worden van mijn kat?

Veel mensen krijgen het bij deze vraag een beetje benauwd. Hoewel het antwoord op deze vraag natuurlijk ja is, is dit geen reden tot paniek. Door verantwoordelijk met uw huisdieren om te gaan en een goede hygiëne te hanteren is het risico goed te beperken. 

Er zijn een aantal infectieziekten die overdraagbaar zijn van dieren naar mensen. Deze  noemen we zoönosen. In het volgende stukje willen we een aantal van deze ziekten verder toelichten.

ziek van kat


Kattenkrabziekte

Kattenkrabziekte (cat-scratch-disease) is een infectie die door een bacterie (Bartonella  Henselae) veroorzaakt wordt. De ziekte wordt overgebracht door een krab of een beet van een  kat of door contact met speeksel van een kat.

Bij mensen met een goede weerstand is kattenkrabziekte vaak een onschuldige, soms met koorts gepaard gaande ziekte, die meestal vanzelf overgaat. Bij mensen met een minder goede weerstand verloopt de ziekte vaak ernstiger.

Wat zijn de symptomen?
Enkele  dagen na de krab of beet krijgt u bij de wond een aantal rode bultjes. Na een tot twee weken krijgt u in de lymfeklier van het gebied waar u gebeten bent (lymfeklier van de liezen / krab of beet in het bovenbeen, lymfeklier in de oksel of elleboog / krab of beet in de arm) een pijnlijke zwelling. Een enkele keer gaat dit gepaard met de vorming van pus. In ongeveer een derde van de gevallen voelt u zich ook ziek en krijgt u koorts of hoofdpijn. Na 2 tot 4 maanden verdwijnen alle symptomen weer. Het is een hele vervelende ziekte, maar geen ernstige ziekte als u in goede gezondheid verkeert. . Bij een sterk verminderde weerstand is verdere behandeling noodzakelijk. Bij 2% van de patiënten kan de ziekte leiden tot een hersenvliesontsteking waarbij men een verlaagd bewustzijn en stuipen kan krijgen, of zelfs in coma kan raken. Bij mensen met een verminderde weerstand vindt men in eerste instantie vaak knobbeltjes en bloedingen in de huid, lever en milt. Deze kunnen met koorts en algemeen ziek zijn gepaard gaan en soms zelfs tot de dood leiden. In sommige gevallen moeten operatief lymfeklieren worden verwijderd om te ziekte voldoende te kunnen behandelen.

Jaarlijks krijgen een paar duizend mensen deze ziekte. Heeft u deze ziekte een keer gehad? Dan bent u hier de rest van uw leven ongevoelig voor.

Hoe krijgt mijn kat deze ziekte?
Katten zijn drager van de bacterie, zij worden zelf niet ziek. Uit onderzoek is gebleken dat 22% van de Nederlandse katten de bacterie in het bloed heeft en dat ongeveer de helft van de onderzochte katten antistoffen heeft tegen B. henselae. Dit betekent dat ze de bacterie een keer in hun leven in het bloed gehad hebben.

Katten kunnen elkaar onderling via vlooien besmetten. Of de mens ook via een vlo besmet kan worden is niet duidelijk. Kattenkrabziekte kan niet tussen mensen worden overgedragen.

Hoe kan ik het voorkomen?
Om te beginnen hoeft u niet heel bang te zijn voor een besmetting. De kans op besmetting is vrij klein en vaak verloopt de ziekte zonder enige verschijnselen. Toch is het goed om een paar regels in acht te nemen,
- Speel niet te wild met uw eigen kat en wees voorzichtig met onbekende dieren en zwerfkatten.
- Was bijt- en krabwonden direct goed met water en zeep en ontsmet ze vervolgens
- Laat een kat niet aan wondjes op uw huid likken.
- Bestrijd vlooien met goede middelen en bij voorkeur het hele jaar door.
- Krijgt u toch enkele dagen na dat u gebeten of gekrabt bent last van verschijnselen, neem dan contact op met uw huisarts.


Rabiës

Hondsdolheid komt door het goede vaccinatiebeleid gelukkig niet meer zo veel voor in deze streken. Toch is het goed om altijd voorzichtig te zijn.

Rabiës is een dodelijke infectieziekte die wordt veroorzaakt door een virus. . Na een beet, krab of lik van een geïnfecteerd dier  duurt het een tijdje voordat de verschijnselen zichtbaar worden. In deze tijd is het nog mogelijk om te behandelen. . Als er eenmaal verschijnselen optreden, loopt de ziekte altijd dodelijk af. Met Rabiës besmette dieren zijn niet altijd herkenbaar. Vaak zijn er geen duidelijke verschijnselen zichtbaar. Wilde dieren die abnormaal tam zijn, agressief en onrustig zijn verdacht.  Het virus wordt verspreid door zoogdieren, voornamelijk door carnivoren (honden, vossen, katten, vleermuizen, wasberen etc.). De belangrijkste besmettingsbronnen in West-Europa zijn vossen en vleermuizen.

Wereldwijd overlijden elk jaar zo'n 50.000 mensen aan de ziekte. In Nederland komt de ziekte echter zelden voor. De afgelopen 40 jaar zijn er in Nederland 5 mensen overleden door hondsdolheid. Al deze patiënten raakten besmet in het buitenland.

 

Symptomen
De symptomen van Rabiës zijn wisselend. . Vaak begint het met lichte koorts, algehele malaise, hoofdpijn en verminderde eetlust gevolgd door prikkelbaarheid. Ook krampen in de spieren  en overgevoeligheid voor fel licht en harde geluiden vallen onder de symptomen. Mensen krijgen problemen met slikken en met ademen. Soms wordt een persoon met rabiës bang voor water. . Uiteindelijk ontstaan stuipen en verlammingsverschijnselen, waarna de patiënt in een coma belandt en overlijdt.

Preventie
Ook al  is de kans om Rabiës te krijgen erg klein, is het verstandig om bepaalde regels in acht te nemen:
- Voorkom contact met potentiële dragers. Dit geldt voor wilde dieren die opeens erg tam zijn bv. vossen, maar ook voor honden. Zeker in het buitenland vermijdt u best het aaien van loslopende honden.
- Hanteer nooit vleermuizen zonder handschoenen. Dit geldt ook in Nederland en België. Als u een vleermuis vindt, laat hem dan liggen of doe handschoenen aan.
- Zou u toch gebeten worden door een mogelijk hondsdol dier, dan is de beste methode om dit dier te vangen en in quarantaine te plaatsen om te kijken of dit dier Rabiës heeft. Is het dier besmet, dan zal upreventief behandeld moeten worden. Is de mogelijkheid aanwezig dat het dier hondsdol was, maar valt dit niet te bewijzen, dan is het toch beter om u te laten behandelen voordat er symptomen ontstaan.   Als het virus niet behandeld wordt voordat het in het zenuwstelsel terechtkomt, is de infectie altijd dodelijk.


Toxoplasmose

Toxoplasmose is een ziekte die veroorzaakt wordt door de eencellige parasiet Toxoplasma gondii. Vrijwel alle diersoorten en de mens kunnen besmet raken. De parasiet kan aanwezig zijn in de ontlasting van (vooral jonge) katten, in de grond die door kattenpoep is verontreinigd en in rauw of onvoldoende gaar vlees.

De belangrijkste besmettingswegen zijn:
- Het verschonen van de kattenbak
- Tuinieren
- Het eten van rauw of onvoldoende verhit vlees
- Het eten van ongewassen groenten

Symptomen
Veruit de meeste besmettingen verlopen zonder symptomen. Eventuele tekenen van infectie zijn moeheid, lusteloosheid en soms lichte koorts. Bij een andere variant van Toxoplasmose die minder vaak voorkomt en lijkt op de ziekte van Pfeiffer, worden daarnaast ook vergrote lymfeknopen gezien, net als spierpijn, lever- en miltvergroting. In het geval van een verminderde afweer kan een patiënt last krijgen van ernstige oogontstekingen, longontsteking en hersenvliesontsteking. Bij 10% van de hiv geinfecteerde patiënten veroorzaakt een Toxoplasma infectie hersenabcessen en hersenontstekingen.

Toxoplasmose en zwangerschap
Zwangere vrouwen moeten wel extra opletten. Als u tijdens uw zwangerschap voor het eerst besmet wordt, zijn de risico's voor uw ongeboren kind groot. Er kan zich een spontane abortus voordoen of uw kind heeft een verhoogd risico op afwijkingen aan de ogen en het zenuwstelsel. Als u zwanger bent, is het dus verstandig om een aantal voorzorgsmaatregelen te nemen:

- Laat de kattenbak door uw partner schoonmaken
- Als u tuiniert, doe dan altijd handschoenen aan
- Verhit vlees altijd goed, en eet geen rauw vlees zoals filet americain
- Was groenten altijd goed


 

Dermatofyten

 

Dermatofytose (ringworm) is een schimmelinfectie van de huid.   In de meeste gevallen wordt deze veroorzaakt door de Microsporum of Trichophyton schimmel. Microsporum komt vooral voor bij honden en katten  Trichophyton zie je meer bij de andere soorten zoals cavia's en konijnen. Schimmels zijn moeilijk te bestrijden vanwege de vorming van sporen. Hierdoor moet  vaak langdurig behandeld worden. Ook is de infectie erg besmettelijk. De verschijnselen bij dieren zijn anders dan bij mensen, beiden zullen we hier toelichten.

Verschijnselen bij dieren
Bij dieren kunnen de klachten sterk variëren. Zo kunt u bij de hond jeuk, korsten en schilfering zien. Bij de kat ziet u eerder  haarverlies en kleine korstjes. Vaak begint het bij de kop, de oren en de nagels. Het kan zich over het hele lichaam verspreiden.

Verschijnselen bij mensen
De verschijnselen bij de mens zijn heel typisch. Er ontwikkelt zich eerst een rood puntje. Dit verandert in een steeds groter wordende rode ring. We noemen dit ringworm, omdat men vroeger dacht dat hier een worm in zat. Bij mensen zien we de verschijnselen vooral op de armen en het gezicht, omdat deze plekken het meest in contact komen met de dieren. Vooral kinderen krijgen klachten omdat hun immuunsysteem nog niet volledig ontwikkeld is en ze vaak veel knuffelen met het dier.

Diagnose
Als uw huisdier huidproblemen heeft, is het verstandig  om dit bij uw dierenarts na te laten kijken. Er zijn een aantal mogelijkheden om te kijken of uw huisdier een schimmelinfectie heeft. Met UV-licht is het soms mogelijk om schimmels te zien, maar dit is niet 100% betrouwbaar. Ook gewone huidschilfers kunnen namelijk groen oplichten in UV-licht. De  dierenarts kan een huidafkrabsel maken en dit onder de microscoop bekijken. Ook dit is niet 100% betrouwbaar, want het kan gebeuren dat de dierenarts net een paar haren treft die niet aangetast zijn.

Een goede manier om de diagnose te stellen is een  schimmelkweek. Het nadeel is dat  het enkele weken duurt voordat de uitslag bekend is. Dit komt omdat schimmels  langzaam groeien. Een goed alternatief is een PCR test, de uitslag is dan al na een paar dagen bekend.

Behandeling
Meestal zal de dierenarts een zalf of een shampoo voorschrijven. Bij kleine dieren wordt meestal oraal behandeld. Langdurige behandeling is vaak nodig. Schimmelinfecties zijn zeer besmettelijk, vaak moet u alle dieren in huis behandelen. Ook moet de omgeving goed schoongemaakt worden. Stofzuigen, dweilen en het goed wassen van de dekens is vaak voldoende. Een goede vachtverzorging is belangrijk, want een gezonde huid en vacht  zijnminder vatbaar voor een schimmelinfectie. Als uw dieren een schimmelinfectie hebben, is het dus belangrijk dat u zelf ook oppast. Krijgt u toch plekken op uw huid, ga dan even langs bij de huisarts.

 


Cheyletiella

Cheyletiella ofwel schilfermijt is een relatief grote  mijt die in de vacht leeft. We zien de mijt vooral bij honden, katten en konijnen. Binnen dezelfde diersoort is het zeer besmettelijk, maar af en toe ziet men ook besmetting van andere diersoorten.

Bij de mens kan het een huidreactie geven op plaatsen waar het dier vastgehouden wordt, zoals de armen, de romp, de dijen en de buik. Verschijnselen bij  dieren zijn kaalheid, losse haren, schilfering en nauwelijks of geen jeuk. Door de plakbandmethode of een huidafkrabsel kan de mijt onder de microscoop gezien worden.

Cheyletiella  is goed te behandelen met een pipetje (bv selamectine) dat op de huid wordt aangebracht . Ook de omgeving moet goed worden schoongemaakt Contactpersonen hoeven niet behandeld te worden, hun klachten verdwijnen vanzelf.


Sarcoptes

Deze aandoening is beter bekend onder de naam schurft of Scabiës. Dit zijn microscopisch kleine mijtjes die zich in de huid graven. Er zijn verschillende soorten schurftmijten die redelijk soortspecifiek zijn. De mijten worden in Nederland vooral vaak gevonden bij (zwerf)honden die uit het buitenland komen.

De mijt veroorzaakt heftige jeuk, rode vlekken en pukkeltjes. Bij de hond is dit vooral op de buik, de oren en de zijkanten van de voor- en achterpoten. Secundaire bacteriële infecties komen vaak voor. Bij de kat en het konijn begint het aan de randen van de oorschelpen en verspreidt zich over het lichaam. Als de mijt soortspecifiek is, waarom staat hij dan toch bij de zoönosen? Het blijkt dat bij intensief contact de mijt toch tijdelijk over kan gaan op mensen. Hier blijft de mijt nog enige tijd in leven enna enkele weken ontstaan dan ook bij mensen pukkeltjes en jeuk.

De mijten kunnen worden opgespoord door middel van microscopisch onderzoek van enkele diepe huidafkrabsels, maar de kans dat de parasiet gevonden wordt is niet erg groot. Er bestaat ook een bloedonderzoek, de uitslag is echter pas vijf weken na infectie betrouwbaar. Vaak wordt de diagnose gesteld aan de hand van een goede reactie op de behandeling.

Scabies is goed te behandelen met bijvoorbeeld selamectine in een pipet die op de huid wordt aangebracht. Wanneer het dier  tegen schurft wordt behandeld,  verdwijnen de klachten bij de mens vanzelf.