Kan ik ziek worden van mijn hond?
Veel mensen krijgen het bij deze vraag een beetje benauwd. Hoewel het antwoord op deze vraag natuurlijk ja is, is dit geen reden tot paniek. Door verantwoordelijk met uw huisdieren om te gaan en een goede hygiëne is het risico goed te beperken.
Er zijn een aantal infectieziekten die overdraagbaar zijn van dieren naar mensen. Dit noemen we zoönozen. Sommige zijn wel bekend bij mensen, andere helemaal niet. In het volgende stukje willen we een aantal van deze ziekten aan u 'voorstellen'.
Rabiës
Hondsdolheid komt door het goede vaccinatiebeleid gelukkig niet meer zo veel voor in deze streken. Toch is het goed om altijd voorzichtig te zijn.
Rabiës is een virusinfectie van de hersenen. Na een beet duurt het een tijdje voordat de verschijnselen zichtbaar worden. In deze tijd is het nog mogelijk om te vaccineren. Als er eenmaal verschijnselen optreden, loopt de ziekte altijd dodelijk af. Met Rabiës besmette dieren zijn niet altijd herkenbaar. Vaak zijn er geen duidelijke verschijnselen zichtbaar. Wilde dieren die abnormaal tam zijn, agressie en onrust zijn bekende verschijnselen. Het virus wordt verspreid door zoogdieren en dan vooral carnivoren (honden, vossen, katten, vleermuizen, wasberen etc.). De belangrijkste besmettingsbronnen in West-Europa zijn vossen en vleermuizen.
In Nederland is al jaren geen humaan geval van Rabiës geregistreerd. Zeker de vroegere vaccins hadden ernstige potentiële bijwerkingen. Reden om niet te scheutig te zijn met humane vaccinaties.
Symptomen
De symptomen van Rabiës wisselen nogal. Vaak begint het met lichte koorts, algehele malaise, hoofdpijn en verminderde eetlust, gevolgd door prikkelbaarheid, verhoogde spierspanning en overgevoeligheid voor fel licht en harde geluiden. De belangrijkste en meest voorkomende symptomen zijn echter de abnormale gevoelens in het gebeten lichaamsdeel. Het zien van water en het proberen te drinken, kan krampen uitlokken van de slikspieren en de ademhalingsspieren die zo erg zijn dat de patiënt bang wordt van water. Uiteindelijk ontstaan verlammingsverschijnselen, waarna de patiënt in een coma zakt en overlijdt.
Preventie
Ook al komt Rabiës hier niet meer zoveel voor, en zijn de risico's om zelf Rabiës te krijgen hier erg klein, het is toch goed om bepaalde regels in acht te nemen:
- Voorkom contact met potentiële dragers. Dit geldt voor wilde dieren die opeens erg tam zijn bv. vossen, maar ook voor honden.
Zeker in het buitenland moet u nooit loslopende honden aaien.
- Hanteer nooit vleermuizen zonder handschoenen. Dit geldt ook in Nederland en België. Als u een vleermuis vindt, laat hem dan
liggen, of doe handschoenen aan.
- Zou u toch gebeten worden door een mogelijk hondsdol dier, dan is de beste methode om dit dier te vangen en in quarantaine
te plaatsen om te kijken of dit dier Rabiës heeft. Is het dier besmet, dan zal er preventief geënt moeten worden. Is de mogelijkheid
aanwezig dat het dier hondsdol was, maar valt dit niet te bewijzen, dan is het toch beter om te vaccineren, gezien de dodelijke
afloop van de ziekte.
Nogmaals, de kans op besmetting is hier ongelooflijk klein, mits u de regeltjes goed in de gaten houdt.
Leptospirose (oftwel de ziekte van Weil)
Het is een bacteriële ziekte die overgedragen wordt via urine van dieren. Dit kan ook via water dat vervuild is met urine van zieke dieren, door contact met huidwondjes, ogen of slijmvlies (door de mond, maar ook de neus). Zolang de urine vochtig is, blijft hij besmettelijk.
Er zijn veel dieren die de ziekte over kunnen brengen, waaronder herten, ratten, muizen en honden. Honden likken aan geïnfecteerde urine of regenplassen die besmet zijn en raken zo zelf besmet. Je ziet ook een duidelijke relatie met de hoeveelheid regen die valt en het aantal gevallen van de ziekte van Weil. Vooral in augustus en september piekt het aantal besmettingen. In tropische regionen zie je juist het hele jaar door besmettingen.
Symptomen bij de hond
Bij de hond zie je als belangrijkste symptomen nier- en leverproblemen. Vaak kleurt het oogwit geel. Het probleem is dat dit ook op een aantal andere ziekten kan wijzen die vaker voorkomen dan de ziekte van Weil. Dit maakt een goede diagnose vaak moeilijk. Andere symptomen zijn braken, koorts, anorexie, weinig plassen en extreem donkere urine.
Symptomen bij mensen
Dit kan variëren van helemaal geen symptomen tot echt ernstige problemen. Ook bij mensen wordt vaak de verkeerde diagnose gesteld, waardoor de ziekte waarschijnlijk vaker voorkomt dan nu aangenomen wordt. Veel voorkomende symptomen zijn hoge koorts, hoofdpijn, rillen, spierpijn en braken. Soms zie je ook gelig oogwit, rode ogen, buikpijn, diarree en uitslag. In hele ernstige gevallen (10% van de besmettingen) ziet men ook nierfalen en leverfalen. Dan hebben we het echt over de 'ziekte van Weil'. Ongeveer 5-50% van de ernstige gevallen kunnen dodelijk aflopen.
Voor mensen bestaat er geen vaccin, voor honden wel. Het is dus goed om uw honden regelmatig te laten vaccineren, want u kunt wel besmet raken door uw eigen hond.
Dermatofyten
Dit zijn huidschimmels. Er zijn twee belangrijke soorten. De Microsporum komt vooral bij honden en katten voor, de Trichophyton zie je meer bij de andere soorten zoals cavia's en konijnen. Schimmels zijn hardnekkig waardoor vaak langdurig behandeld moet worden. De verschijnselen bij dieren zijn anders dan bij mensen. We zullen beiden hier behandelen.
Verschijnselen bij dieren
Bij dieren kunnen de klachten sterk variëren. Zo kunt u bij de hond jeuk, korsten en schilfering zien. Bij de kat ziet u meer haarverlies en kleine korstjes. Vaak begint het bij de kop, de oren en de nagels. Het kan zich ook over het hele lichaam uitspreiden.
Verschijnselen bij mensen
De verschijnselen bij de mensen zijn heel typisch. Er ontwikkelt zich eerst een rood puntje. Dit verandert in een steeds groter wordende rode ring. We noemen dit ringworm, omdat men vroeger dacht dat hier een worm in zat. Bij mensen zien we de verschijnselen vooral op de armen en het gezicht, omdat deze plekken het meest in contact komen met de dieren. Vooral kinderen zijn de dupe. Hun weerstand is vaak minder sterk en ze knuffelen de dieren inniger.
Huidschimmels zijn erg besmettelijk, dus voorzichtigheid is geboden.
Diagnose
Als uw huisdier huidproblemen heeft, is het altijd goed om dit bij uw dierenarts na te laten kijken. Er zijn een aantal mogelijkheden om te kijken of uw huisdier een schimmelinfectie heeft. Met UV-licht is het soms mogelijk om schimmels te zien, maar dit is niet 100% betrouwbaar. Ook gewone huidschilfers kunnen namelijk groen oplichten in UV-licht. Ook kan de dierenarts een huidafkrabsel maken en dit onder de microscoop bekijken. Ook dit is niet 100% betrouwbaar, want het kan gebeuren dat de dierenarts net een paar haren treft die niet aangetast zijn.
De beste manier is een schimmelkweek. Het nadeel is dat dit iets duurder is en het duurt enkele weken voordat de uitslag bekend is. Dit komt omdat schimmels maar langzaam groeien.
Behandeling
Meestal zal de dierenarts een zalf of een shampoo voorschrijven. Langdurige behandeling is vaak nodig. Schimmelinfecties zijn zeer besmettelijk. Vaak moet u alle dieren in huis behandelen. Ook moet de omgeving goed schoongemaakt worden. Stofzuigen, dweilen en het goed wassen van de dekens is vaak voldoende. Een goede vachtbescherming is belangrijk. Een gezonde vacht en huid is minder vatbaar voor een schimmelinfectie. Als uw dieren een schimmelinfectie hebben, is het dus belangrijk dat u zelf ook oppast. Krijgt u toch huidplekken, ga dan even langs bij de huisarts.
Cheyletiëlla
Dit zijn relatief grote mijten die in de vacht leven. We zien de mijt vooral bij honden, katten en konijnen. Binnen dezelfde diersoort is het zeer besmettelijk, maar af en toe ziet men ook besmetting naar andere diersoorten toe. Bij de mens kan het een huidreactie geven op plaatsen waar het dier vastgehouden wordt, zoals de armen, de romp, de dijen en de buik. Verschijnselen bij de dieren bestaan uit kaalheid, losse haren schilfering en nauwelijks of geen jeuk. Door de plakbandmethode of een huidafkrabsel kan de mijt onder de microscoop gezien worden. Het is goed behandelbaar met een shampoo of spray. Ook de omgeving moet goed schoongemaakt worden.
Sarcoptes
Deze aandoening is beter bekend onder de naam schurft of Scabiës. Dit zijn microscopisch kleine mijtjes die zich in de huid graven. Er zijn verschillende soorten schurftmijten die redelijk soortspecifiek zijn. De mijt veroorzaakt heftige jeuk, rode vlekken en pukkeltjes. Bij de hond is dit vooral op de buik, de oren en de zijkanten van de voor- en achterpoten. Bij de kat en het konijn begint het aan de randen van de oorschelpen en verspreidt zich over het lichaam. Als de mijt soortspecifiek is, waarom staat hij dan toch bij de zoönosen? Het blijkt dat door intensief contact de mijt toch tijdelijk over kan gaan op mensen. Hier blijft de mijt nog enige tijd in leven. Na enkele weken ontstaan dan ook bij mensen pukkeltjes en jeuk. Het is voldoende om de huisdieren tegen schurft te behandelen. Dan verdwijnen de klachten bij de mens vanzelf.