-
in Uncategorised
Wat is dat: Functionele Diergeneeskunde?
Sinds begin 2019 noemen we onze kliniek Centrum voor Functionele Diergeneeskunde. Ik krijg hier vaker vragen over. In deze blog zal ik proberen hier dieper op in te gaan.
In Europa is deze manier van werken niet zo bekend. In de V.S. begint het een steeds hogere vlucht te nemen. In Europa lijkt er juist een beweging zichtbaar de andere kant op. Er komen steeds meer klinieken bij, die louter via protocollen werken.
Is dat bezwaarlijk? Nee, in principe niet. Het is niet verkeerd om richtlijnen te hebben en te volgen die gebaseerd zijn op de beste manier van behandelen. Maar aan die gedachte zit ook een keerzijde. Protocollen mogen nooit belangrijker worden dan de patiënt die voor je zit of staat. Of het nu een mens is of een dier!
In 2013 had ik een gesprek met iemand die kwam controleren of we de regels die in de protocollen stonden, naleefden. Een collega was van het voorgeschreven protocol afgeweken, om een dier te redden.
Degene die de naleving van de regels kwam controleren, zei tegen mijn collega, toen die stelde, dat als ze dat niet zou hebben gedaan, de patiënt waarschijnlijk zou zijn komen te overlijden: "Dokter als we regels afspreken, heeft U zich er wel aan te houden….. U heeft laakbaar gehandeld om hier van af te wijken’. In principe zei dit figuur, dat het naleven van regels belangrijker was, dan het dier proberen te redden. Dat mag nooit de bedoeling zijn. Dit is echter een intrinsiek risico dat ingebakken dreigt te raken, zodra de protocolverslaafden het voor het zeggen krijgen. Ik moet hier vaker aan denken tijdens de Coronacrisis als ik de huisarts, Rob Elens, hoor praten als hij stelt dat met HCQ mensen te redden zouden zijn geweest. De arts, dr. Zelenko in de VS, heeft naar verluid meer dan 1000 mensen hiermee het leven gered en Professor Raoul uit Marseille ook vele honderden. Maar de inspectie verbood huisarts Elens om deze middelen nog in te zetten.
Artsen kregen via een brief van de NVWA te horen dat ze niet kenbaar mochten maken dat vitamine C zou kunnen helpen, omdat dit niet bewezen zou zijn. Geen gehoor geven hieraan, zou artsen op een boete van 150.000,00 Euro kunnen komen te staan. Voor mijn vader die in de Tweede Wereldoorlog bij het verzet diende voor onze vrijheid en na de oorlog daarvoor door H.M. Kon. Wilhelmina persoonlijk een lintje opgespeld kreeg, zou het een gruwel zijn te horen. Hij zou zich in zijn graf omdraaien als hij het wist. (….. zelfcensuur………)
Nog een voorbeeld. In haar wijsheid heeft een Cholesterol-norm-commissie medio 2019 bepaald dat de norm voor LDL Cholesterol omlaag moet van 2,5 naar 1,8. Per saldo zou dat in potentie 500.000 nieuwe ‘patiënten’ opleveren in Nederland alleen al.
Huisartsen zouden het laatste woord hebben, werd gezegd, nadat een storm van kritiek opgelaaid was. Wat blijkt namelijk? Er is totaal geen wetenschappelijke basis voor de verlaging van deze norm. Onderzoek dat de noodzaak hiervan bewijst, ontbreekt nog steeds. Toch heeft de commissie die deze norm heeft bepaald, in haar wijsheid besloten, dat dit goed is voor de mensen om dit te doen. Meerdere commissieleden hebben banden met de farmaceutische industrie.
Nu is: ‘de huisarts heeft het laatste woord’ een rekbaar begrip. Immers, als een huisarts weigert mee te doen aan deze gekte, dan loopt hij enig risico. 50% van de hartaanvallen hebben geen verhoogd cholesterol als oorzaak. Krijgt echter iemand een hartaanval, waarbij zijn of haar huisarts deze medicatie niet heeft voorgeschreven, dan is de kans aanwezig, zodra een advocaat er lucht van krijgt, dat deze zaak aanhangig wordt gemaakt bij de Medische Tuchtraad.
Aangezien die betreffende huisarts zich niet aan het protocol heeft gehouden, zou hij zo maar eens veroordeeld kunnen worden wegens het niet naleven van het protocol. Als deze man of vrouw dan ook nog eens met naam en toenaam aan de schandpaal wordt genageld, zullen alle andere huisartsen zich wel eens drie keer achter hun oren krabben en in het vervolg er bij de 500.000 patiënten op aandringen deze medicatie dan toch maar te gaan slikken, ondanks de overdaad aan bijwerkingen.
Jonge (dieren)artsen worden opgevoed om zo veel mogelijk onderzoek te doen bij en aan een patiënt. Daar hoeft niets mis mee te zijn. Waar we voor moeten waken, is dat we de cijfers die daardoor vrijkomen, heilig verklaren. We moeten vooral blijven kijken naar de patiënt. We moeten het grote plaatje blijven zien. Het verheugde me te horen dat in het Erasmus in Rotterdam teams gevormd worden om de ins en outs van een patiënt gezamenlijk te bespreken in teamverband om zo het grote geheel niet uit het oog te verliezen. Ik hoor in onze kliniek vaak nog dat mensen als patiënt bij 4-6 specialisten lopen. Iedere specialist veegt voor zijn of haar deur, zonder naar de patiënt in zijn geheel te kijken. De protocollen worden gevolgd. Dat kan er toe leiden dat mensen 10-20 tabletten per dag moeten slikken, zonder dat er uitzicht is op verbetering. Ik noem dat pappen en nathouden. Bizar. Ook al zie ik ook de grote verworvenheden in de (dier)geneeskunde de laatste decennia, toch vind ik bovengenoemde voorbeelden typische uitwassen van de allopatische geneeskunst.
Allopatische geneeskunst is de geneeskunst die vooral aan symptoombestrijding doet middels het voorschrijven van medicijnen. Louter cijfers binnen normen zien te krijgen en dat gelijkstellen met ‘genezing’.
Genezing is in mijn ogen het wegnemen van oorzaken, waardoor een patiënt geen of nauwelijks een medicijn hoeft te slikken. Dat is hetgeen de functionele (dier)geneeskunde nastreeft. Dat is ook waar het in de geneeskunde ooit om te doen is geweest.
Maar artsen en dierenartsen zijn al lang geen baas meer in eigen huis. De farmaceutische industrie heeft er belang bij om invloed te hebben in de opleiding. Ze draagt dan ook in grote mate bij aan de opstelling van het curriculum, de leerstof die studenten zich eigen moeten maken. Wie betaalt, bepaalt.
Draadje voor draadje. Paaltje na paaltje. Er is heel veel veranderd in de (dier)geneeskunde.
Mogelijk dat de studie ‘Geneeskunde’ daardoor al studie ‘Medicijnen’ genoemd wordt in de volksmond.
Diergeneeskunde loopt meestal iets achter de Geneeskunde aan. Maar de paaltjes zijn ook in de diergeneeskunde de afgelopen jaren behoorlijk verzet.
Veel mensen denken nog dat dierenartsen werken als Dr. Pol op de televisie. Maar Diergeneeskundig Nederland gruwt van de man, zo bleek na het rumoer dat ontstond nadat hij een gastcollega had mogen geven op de Faculteit in Utrecht.
Ben ik tegen allopatische (dier)geneeskunde? Nee! Ik ben er wel tegen dat de patiënt uit het oog verloren wordt en dat protocollen belangrijker (dreigen te) worden dan diezelfde patiënt.
Verder ben en blijf ik van mening dat het streven in de (dier)geneeskunde moet zijn een volledig herstel van de patiënt na te streven, liefst met zo min mogelijk voorschrijfgedrag van medicijnen.
Je zou dus kunnen zeggen dat functionele (dier)geneeskunde die vorm van geneeskunde is waar volledig herstel van de patiënt het doel is en waar niet de protocollen op de eerste plaats komen.
De patiënt moet altijd belangrijker blijven dan het protocol!